Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hoort, gij [1]kinderen! de [2]tucht des vaders, en merkt op, om verstand te weten. 1. Zo noemt Salomo al degenen, die als kinderen begeerden zijne leer, als eens vaders vermaning aan te horen. Zie boven hfdst.1 vs.8. 2. Zie boven hfdst.1 vs.2.